Rugpijn

Lage rugpijn komt helaas heel vaak voor. Vaak is er geen duidelijke oorzaak voor en blijven sommige zoeken naar ‘het beste matras’ of ‘het beenlengte verschil’. Rugpijn komt soms acuut opzetten nadat het ‘erin geschoten’ is of het ontstaat geleidelijk aan. Meestal komt lage rugpijn van een tussenwervelschijf of van artrose in de lage rug. Maar dat kan wel uitstraling geven in de omliggende spieren of zelfs naar de flank, de bekkenrand en het been.

Fysiotherapie of manuele therapie kan helpen om de klacht beter te begrijpen en ervoor zorgen dat je weet wat de rugpijn verslechterd en wat het zal doen verbeteren. Goede uitleg is hiervoor essentieel. Als je weet wat de pijn in stand houdt dan kun je er iets tegen doen. Probeer je lage rugpijn niet te catastrofen, de pijn kan heel heftig zijn maar het geneest meestal goed. Helaas komt het bij sommige geregeld terug en dan is het ook zinvol om een oefenprogramma te starten hiervoor.

Radiculopathie is een aandoening waarbij een zenuwwortel in de wervelkolom geïrriteerd of bekneld raakt, vaak door een hernia of botuitsteeksel. Dit kan leiden tot uitstralende pijn, tintelingen, gevoelloosheid of spierzwakte in het gebied dat door de aangedane zenuw wordt bediend, zoals de arm bij een nekprobleem of het been bij een lage-rugprobleem. Behandeling richt zich op het verminderen van druk op de zenuw en kan fysiotherapie, pijnmedicatie en in sommige gevallen injecties of operaties omvatten om de symptomen te verlichten en het herstel te bevorderen.

Eigenlijk proberen we met fysiotherapie of manuele therapie ervoor te zorgen dat een bezoek aan het ziekenhuis niet nodig is. Maar wanneer er een vertraagd herstel is of wanneer de wens bestaat om meer inzicht te krijgen kan het wenselijk zijn om verder onderzoek te doen. Een operatie is ‘het laatste redmiddel’ en wordt over het algemeen alleen ingezet als de pijn niet ‘te houden is’ of als er spieruitval optreed. Maar over het algemeen geneest een hernia zichzelf, 96% van de gevallen binnen 1 jaar.

Pijn aan de bovenrug zoals rond het schouderblad komt vaker voor bij jonge mensen. Over het algemeen werkt manuele therapie direct en erg goed bij deze pijnklachten. Het ‘kraken’ of manipuleren geeft veelal direct verlichting en met houdingsadvies kun je de klachten in het vervolg voorkomen.

Soms komen bovenrug klachten ook door artrose of osteoporose. Dat komt vaker voor op oudere leeftijd en meer bij vrouwen dan bij mannen. Dan wordt er uiteraard voor een voorzichtigere aanpak gekozen maar kan tegelijk veel verlichting geven.

Artrose in de lage rug, ook wel lumbale artrose genoemd, is een degeneratieve aandoening waarbij het kraakbeen in de gewrichten van de lage rug slijt. Dit kan leiden tot stijfheid, pijn, en soms zenuwbeknelling door botuitsteeksels (osteofyten). De symptomen zijn vaak erger bij langdurig staan of na periodes van inactiviteit. Behandeling kan bestaan uit pijnstilling, fysiotherapie om de flexibiliteit en kracht te verbeteren, en leefstijladviezen. Regelmatige, aangepaste beweging helpt om de symptomen te verlichten en de rug functioneel te houden.

Kanaal stenose betekent eigenlijk een vernauwing van het wervelkanaal. Het komt voor bij bijvoorbeeld een hernia, de tussenwervelschijf puilt dan naar het wervelkanaal uit. Of door artrose, dan wordt het kanaal smaller doordat de botranden naar elkaar toe groeien. Dit komt doordat het kraakbeen wat tussen de gewrichten zat is verminderd wat de druk op de botten vergroot wat ervoor zorgt dat de botten gaan groeien rond de randen.

Vaak heb je pijnklachten bij het staan en het lopen. De klachten zijn voornamelijk in de benen en billen aanwezig. Soms beiderzijds en soms eenzijdig. Kenmerkend is dat als je gaat zitten de klachten verminderen.

Met fysiotherapie of manuele therapie kunnen we de klachten verminderen maar soms zal een injectie of operatie nodig zijn om de klachten te verminderen.